Ik houd sinds een paar maanden een schrift bij waarin ik opschrijf wat ik droom. Niet geheel zonder reden (naast het feit dat ze meestal zo belachelijk zijn dat ik ze wil bewaren): ik ben ermee begonnen nadat ik een artikel over lucide dromen las in de krant. Klinkt heel zweverig en tantrameditatie-achtig, maar het betekent gewoon dat je kunt leren om je te realiseren dat je aan het dromen bent, waarna je kunt doen wat je wilt. Geweldig toch? In dat artikel stond dat sporters en muzikanten het ook konden gebruiken om hun techniek te verbeteren. Als je in je droom bijvoorbeeld gaat boogschieten of pianospelen, worden dezelfde hersenverbindingen aangelegd als wanneer je echt aan het oefenen bent. Slapend beter worden, wat wil je nog meer?
Om lucide te leren dromen, moet je een tijdlang dagelijks een droomdagboek bijhouden. Als je net wakker bent geworden en even rustig blijft liggen, komt vaak je droom weer terug (dat werkte bij mij in elk geval wel). Na een paar weken ga je op zoek naar 'droomsignalen': bizarre elementen die steeds terugkeren in je dromen, zoals een overleden familielid of een paarse lucht. En dan moet je die signalen voor het slapen gaan in je hoofd prenten. Als je het signaal tegenkomt tijdens je droom, zul je je realiseren dat je droomt en kun je dus doen wat je wilt.
Het klinkt zo simpel, maar er is één probleempje... Bizarre elementen genoeg in mijn dromen, maar terugkerende? Ho maar. Het is gewoon één grote brij van plastic fruit, hallucinerende rastanegers in treinen en Zac Efron (die ik, voor de goede orde, een irritante en nietknappe zonnebankkleuter vind) die langskomt om bami aan mij te geven.
Het voordeel van het opschrijven is wel dat ik mijn dromen nu niet vergeet. En dat zorgt voor een hoop lol als ik ze weer eens doorlees op een verveeld moment.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten