zondag 24 oktober 2010

3x waarom het leven een feestelijke spetterpoel van geweldigheid is

Oh, dit is echt belachelijk, sorry. Nou ja, ik ga na al die weken van doodse woestijnheid maar weer eens een post plaatsen. Om de een of andere reden word ik altijd nogal treurig tijdens vakanties. Vraag me niet waarom. In ieder geval, nu is de vakantie voorbij, ik moest het hele weekend werken, dus ik kan weer rustig ademhalen.
In het kader van positief hiephiephoeradenken besloot ik om maar even een top drie te maken met redenen waarom vandaag echt wel heel erg leuk was:

1. Ik ben eindelijk verlost van de prangende vraag die mij al jarenlang kwelde: hoe ziet een muur eruit als je er een paar liter mayo, frituurvet en curry tegenaan smijt en vervolgens een jaar wacht? Nu weet ik het antwoord! En nog beter: ik weet ook hoe het ruikt! En voelt!
Ja, je leest het goed. Toen ik op de vroege zondagochtend op mijn werk aankwam, kreeg ik bij wijze van begroeting een soort metselaarsspatel in mijn hand gedrukt waarmee ik snackvocht in verregaande staat van ontbinding van de muur af mocht gaan bikken.
Er werd vooraf ook niet bij gezegd waaruit de vaaloranje, klonterige substantie bestond. Omdat de muur bij een leegstaande voormalige snackbar hoorde, nam ik maar aan dat het Joppiesaus en aanverwante vetzooi was, maar ik had evengoed levendige fantasieën van een stel enthousiastelingen dat vol overgave de inhoud van hun lichamen uit alle mogelijke vleesopeningen tegen de muur aan het spuiten was. Stroperige stralen oorsmeer, brokkelige, donzig groene vegen voedsel van onbekende herkomst, dof glanzend wit druipsel dat sterk naar Amsterdamse uitjes rook en sporen vertoonde van slijmerige... Okee genoeg. Ik liet me even gaan.

2. Vervolgens moest ik een ander onontgonnen gebied gaan inwijden in de hedendaagse beschaving: een hok waarin de meest uiteenlopende rommel te vinden was, variërend van twee megakoelkasten en een partij theezeefjes tot een kruimeldief (is het je trouwens wel eens opgevallen dat kruimeldieven echt opvallend veel lijken op tapirslurfjes?) en twee gelige, verkalkte, brokkelige afgeknipte nagels.
Toen ik dit alles met gevaar voor eigen leven in een veel te kleine container had weten te proppen, vond ik de opruimtrofee der opruimtrofeeën (raar woord trouwens, trofee. Hee weet je, vroeger had ik een versteende kalebas met zesenvijftig lege slakkenhuisjes erop) die alle viezigheid van vandaag weer goed maakte: een kaartspel waarvan, hou je vast, alle afbeeldingen lachende neushoorns voorstelden!!! Echt waar!
Het kaartspel was, kan het nog genialer, ja hoor dat kan, afkomstig van een Duitse vloerbetegelingsfirma die de als slogan had: "Mit Rhino auftrumpfen". Geen idee wat dat betekent maar ik krijg er wel erg veel zin in. Hraaahghh, lekker potje auftrumpfen vanavond! Verder heeft één van de neushoorndames een hoed op met allerlei kleurig fruit erop. (Helaas heeft een andere neushoornchick een decolleté waar haar rode neushoorntepels bovenuit piepen, wat ik dan weer erg pervers vind.)
Oh trouwens, okee dan, dat van die nagels had ik verzonnen. Je moet je verhaal toch een beetje spannend houden, niet dan.

3. Het feit dat er gehaakt fruit bestaat!
Oh, en beter, lachend gehaakt fruit. Ja ja, je raadt het al (of niet natuurlijk), hier heb ik mijn kostbare vakantieweekje aan besteed. Bij mij bleef het tot nu toe beperkt tot een peer en een tevreden kijkende, half opengepelde banaan (dit was een verjaardagscadeau voor mijn broertje, waar hij oprecht even blij mee zei te zijn als met de laptop die hij van mijn ouders had gekregen), maar gelukkig was er Google, waardoor ik erachter kwam dat er mensen zijn die hun tijd nog veel ernstiger verkloten dan ik.




En, uiteraard, bestaan er ook te kleine bikinibroekjes met gehaakt fruit erop. Want wie wil dat nou niet?



P.S. Zoals je al gemerkt hebt, heb ik vandaag weer eens gretig gebruik gemaakt van mijn drie favoriete hobby's: dingen zo smerig mogelijk beschrijven (oooh wat geniet ik daarvan), moeilijke woorden gebruiken als het ook makkelijk kan (en geloof me, ik heb me nu echt nog ingehouden) en me verontschuldigen voor mezelf. Dus eh, sorry daarvoor.

donderdag 7 oktober 2010

Nachtelijke bewijzen van krankzinnigheid








Ik houd sinds een paar maanden een schrift bij waarin ik opschrijf wat ik droom. Niet geheel zonder reden (naast het feit dat ze meestal zo belachelijk zijn dat ik ze wil bewaren): ik ben ermee begonnen nadat ik een artikel over lucide dromen las in de krant. Klinkt heel zweverig en tantrameditatie-achtig, maar het betekent gewoon dat je kunt leren om je te realiseren dat je aan het dromen bent, waarna je kunt doen wat je wilt. Geweldig toch? In dat artikel stond dat sporters en muzikanten het ook konden gebruiken om hun techniek te verbeteren. Als je in je droom bijvoorbeeld gaat boogschieten of pianospelen, worden dezelfde hersenverbindingen aangelegd als wanneer je echt aan het oefenen bent. Slapend beter worden, wat wil je nog meer?
Om lucide te leren dromen, moet je een tijdlang dagelijks een droomdagboek bijhouden. Als je net wakker bent geworden en even rustig blijft liggen, komt vaak je droom weer terug (dat werkte bij mij in elk geval wel). Na een paar weken ga je op zoek naar 'droomsignalen': bizarre elementen die steeds terugkeren in je dromen, zoals een overleden familielid of een paarse lucht. En dan moet je die signalen voor het slapen gaan in je hoofd prenten. Als je het signaal tegenkomt tijdens je droom, zul je je realiseren dat je droomt en kun je dus doen wat je wilt.
Het klinkt zo simpel, maar er is één probleempje... Bizarre elementen genoeg in mijn dromen, maar terugkerende? Ho maar. Het is gewoon één grote brij van plastic fruit, hallucinerende rastanegers in treinen en Zac Efron (die ik, voor de goede orde, een irritante en nietknappe zonnebankkleuter vind) die langskomt om bami aan mij te geven.
Het voordeel van het opschrijven is wel dat ik mijn dromen nu niet vergeet. En dat zorgt voor een hoop lol als ik ze weer eens doorlees op een verveeld moment.